Triage is het beoordelen van patiënten met psychische problemen in verschillende categorieën, namelijk:

1. Acuut
2. Zeer dringend
3. Dringend
4. Standaard
5. Niet dringend

Triage laat ook toe te bepalen welk type zorg er nodig is, i.e. de TRIAGE naar Generalistische Basis GGZ* (BGGZ) = eerstelijns GGZ of Gespecialiseerde GGZ (SGGZ) = tweede- en derdelijns GGZ. Het onderscheid wordt gemaakt op grond van de volgende kenmerken bij de patiënt (van der Feltz-Cornelis et al., 2006), wat voor een deel ook overeenkomt met de differentiatie tussen Common en Uncommon Mental Disorders:

• Ernst van de klacht: heeft de klacht een (zichtbare) matige of een ernstige invloed op het functioneren?
• Aard van de klacht: om welke klachten gaat het (klachtenexploratie)?
• Hulpverleningsgeschiedenis: heeft de patiënt al eerder een psychologische behandeling gehad voor een overeenkomstige of een andere psychosociale problematiek?
• Draagkracht van de cliënt: Is er een gevoel van BELONGING (het gevoel van ergens deel van uit te maken, i.e. ondersteuning omgeving/sociaal netwerk)?